Vrijdag, 17 juni 2005, een uur of vier in de namiddag. Tijdens het rondstruinen tussen de DVD-rekken van de Free Record Shop, kom ik voor het eerst in 3-4 jaar de vader van mijn eerste en enige ex tegen. Hoewel ik deze ontmoeting in mijn hoofd al ontelbare keren heb proberen voor te stellen, knik ik nu enkel blijf ik in zijn ogen kijken. Sprakeloos. Bewegingsloos. Hij herkent me vaag, maar heeft enige moeite me te plaatsen. Ik ben dan ook erg veranderd: mijn baard en snor doen me er ouder uitzien, en in mijn werkplunje (geklede schoenen en dito broek, net hemd en gesteven das) zie ik er professioneler uit dan ik werkelijk ben. Ik ben volwassen geworden. Hij daarentegen is amper veranderd. Hij is zelfs niet grijzer geworden.
Uiteindelijk herinnert hij me, en wordt de gespannen stilte eindelijk verbroken.
"Jij moet vast voelen dat wij nog vaak aan je denken".
Hij praat me naar de mond, zegt wat ik wil horen, maar toch doet het deugd dit te horen. Ik denk ook nog vaak aan hen. Ik hou het echter voor mezelf. Enkel de standaardzinnen komen over mijn lippen: Hoe is het? Lang niet gezien... Ik weet mezelf geen houding te geven. Ik ben te overdonderd, mijn brein lijkt verlamd. Ik was hier niet op voorbereid. Toch zet het gesprek zich voort, zij het moeizaam. Gelukkig voert hij voornamelijk het woord, en dien ik vooral te luisteren en te knikken op de juiste momenten. Allebei proberen we m'n ex als gesprekonderwerp zo lang mogelijk te vermijden, maar het is onvermijdelijk. Bij elke zin lag ze al op de loer. Er is zelfs enige opluchting als haar naam dan eindelijk toch wordt uitgesproken: Lien.
Ik verneem dat ze succesvol is afgestudeerd. Ik ben tegelijk blij voor haar en jaloer op haar. Ik voel me een loser omdat ik heb moeten opgeven waar zij doorzette. Het had allemaal anders kunnen zijn.
Het geprek verloopt vlotter. Bij elke zin vallen meer remmingen weg. We vervallen stilletjesaan terug in een oude routine die we beide gemist hebben. Hij was de vader die ik nooit had, ik de zoon die hij altijd wou. Ik ben blij eindelijk nog eens iets te horen over Lien's zussen. Het doet me goed dat ze het allebei wel stellen. Ik besef een te meer hoe ik ze allen mis.
Omdat we beiden beseffen dat we toch niet helemaal bijgepraat raken, nemen we op een bijna willekeurig moment terug afscheid van elkaar. Het is al hartelijker dan de begroeting. We gaan elk onze weg.
Ik neem me voor hem volgende keer uit te nodigen voor een kop koffie of zo, maar in m'n achterhoofd besef ik dat volgende keer waarchijnlijk weer 3 jaar later zal zijn...
Uiteindelijk herinnert hij me, en wordt de gespannen stilte eindelijk verbroken.
"Jij moet vast voelen dat wij nog vaak aan je denken".
Hij praat me naar de mond, zegt wat ik wil horen, maar toch doet het deugd dit te horen. Ik denk ook nog vaak aan hen. Ik hou het echter voor mezelf. Enkel de standaardzinnen komen over mijn lippen: Hoe is het? Lang niet gezien... Ik weet mezelf geen houding te geven. Ik ben te overdonderd, mijn brein lijkt verlamd. Ik was hier niet op voorbereid. Toch zet het gesprek zich voort, zij het moeizaam. Gelukkig voert hij voornamelijk het woord, en dien ik vooral te luisteren en te knikken op de juiste momenten. Allebei proberen we m'n ex als gesprekonderwerp zo lang mogelijk te vermijden, maar het is onvermijdelijk. Bij elke zin lag ze al op de loer. Er is zelfs enige opluchting als haar naam dan eindelijk toch wordt uitgesproken: Lien.
Ik verneem dat ze succesvol is afgestudeerd. Ik ben tegelijk blij voor haar en jaloer op haar. Ik voel me een loser omdat ik heb moeten opgeven waar zij doorzette. Het had allemaal anders kunnen zijn.
Het geprek verloopt vlotter. Bij elke zin vallen meer remmingen weg. We vervallen stilletjesaan terug in een oude routine die we beide gemist hebben. Hij was de vader die ik nooit had, ik de zoon die hij altijd wou. Ik ben blij eindelijk nog eens iets te horen over Lien's zussen. Het doet me goed dat ze het allebei wel stellen. Ik besef een te meer hoe ik ze allen mis.
Omdat we beiden beseffen dat we toch niet helemaal bijgepraat raken, nemen we op een bijna willekeurig moment terug afscheid van elkaar. Het is al hartelijker dan de begroeting. We gaan elk onze weg.
Ik neem me voor hem volgende keer uit te nodigen voor een kop koffie of zo, maar in m'n achterhoofd besef ik dat volgende keer waarchijnlijk weer 3 jaar later zal zijn...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten