Morgen stelt Canon officieel zijn nieuwe en langverwachte digitale spiegelreflex voor. Als we de geruchten mogen geloven, zal hij de brug slaan tussen de Canon Eos 350D en de ietwat professionelere Eos 30D, en zal hij net als zijn rechtstreekse concurrent - de Nikon D80 die amper twee weken geleden werd voorgesteld - in het bezit zijn van een 10,1 megapixel-sensor en een anti-stof-systeem voor de sensor.
De lancering van de nieuwe Canon komt niets te vroeg. De basistheorie en den basistechniek van fotografie begin ik steeds beter te beheersen, en meer en meer begin ik op de beperkingen te botsen die mijn digitale compactcamera me oplegt. Eén dezer zal ik dus ook de overstap naar een spiegelreflextoestel moeten maken als ik me verder wil ontplooien als hobby-fotograaf.
Gelukkig zijn de toestelletjes, dankzij de booming industry die fotografie heden ten dage is, goed betaalbaar geworden. En de hevige concurrentiestrijd die momenteel woedt, komt de consument prijsgewijs ook enkel ten goede. Naast de grote merken proberen immers alsmaar meer nieuwkomers een graantje van de groeiende markt mee te pikken. Toch blijft mijn hart bij Canon: ze zijn nog steeds marktleider en leveren naast Nikon nog steeds zowat de beste beeldkwaliteit die je heden ten dage kan krijgen. Bovendien is Canon nog één van de laatste originele merken, die zelf de de sensors en de CPU's bakt voor hun fototoestellen. De andere (nieuwe) merken zijn vaak slechts doorslagjes van andere (oudere) merken: zo is de nieuwe Samsung-reeks eigenlijk gewoon een voortzetting van de ter ziele gegane Pentax-toestellen, en is de Sony alfa 100 een Konica Minolta in een nieuw (en sterk verbeterd) jasje. Zelfs Nikon gebruikt beeldsensors van een andere fabrikant, in dit geval Sony, en net daardoor zou Nikon het de volgende jaren wel eens moeilijk kunnen krijgen. Sony zal immers zijn nieuwe beeldsensors veel liever zelf gaan gebruiken in hun eigen lijn, en dat betekent dat Nikon op zoek moet gaan naar een nieuwe fabrikant of zelf sensors moet gaan ontwikkelen.
Canon wordt het dus. Het is nu alleen nog wachten op de prijs van de nieuwe 400D (zoals de opvolger van de 350D naar alle waarschijnlijkheid zal gaan heten), en op basis daarvan beslissen of het de oudere (en nog steeds prima) 350D wordt of zijn jong broertje. En nadien wordt het sparen voor lenzen, want de toestellen worden goed betaalbaar, maar spijtig genoeg geldt dit niet voor de verschillende objectieven. Prijzen rond de 2000 € voor een goede lens zijn spijtig genoeg geen uitzondering. En zo wordt goede digitale fotografie toch nog een dure hobby, ondanks de lage prijzen van de toestellen... Toch nog weer maar eens een nachtje over slapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten